Steeds meer serieuze beleggingsinstellingen en banken zeggen dat cryptovaluta een (beperkte) rol in de beleggingsportefeuille kunnen spelen als tegenhanger van de onvoorspelbare aandelenmarkten. Bitcoin in de rol die traditioneel aan goud toekwam dus. Schrijf het gele metaal echter niet te snel af.
Goud is al eeuwen een vluchthaven voor beleggers in moeilijke tijden, die rol hebben cryptovaluta nog lang niet. En nu de roep om regelgeving toeneemt en landen als China de crypto’s zelfs beginnen te verbieden is het de vraag of een bitcoin ooit dezelfde status zal krijgen als een goudstaaf.
En zeker nu er hier en daar ook de vrees voor stagflatie de kop opsteekt, de economische situatie waar lage groei hand in hand gaat met stijgende prijzen, komt goud bij sommige beleggers weer nadrukkelijk in beeld.
De prijs van het gele metaal was de laatste tijd behoorlijk volatiel, met begin augustus zelfs een soort ‘flashcrash’, als gevolg van het boven verwachting snel ingaan van het verkrappend monetair beleid van de Federal Reserve. Daar herstelde de goudprijs wel weer snel van, maar de laatste weken zakt goud toch weer wat weg.
Na de flashcrash slaagde goud erin terug te klimmen tot boven de 1800 dollar per ounce. Dit kwam onder meer door toenemende zorgen over de gevolgen van de deltavariant van het coronavirus voor de economische groei, schrijft vermogensbeheerder VanEck in een recente publicatie. Daarnaast noemt Van Eck de graadmeter voor het consumentenvertrouwen van de Universiteit van Michigan die op het laagste punt stond sinds bijna tien jaar en de Amerikaanse detailhandelsverkopen die achterbleven bij de prognoses.
Eind augustus liet Fed-voorzitter Jerome Powell tijdens de jaarlijkse Jackson Hole-conferentie weten dat het gepast zou zijn om dit jaar een begin te maken met de afbouw van het Fed-opkoopprogramma, hij gaf daarbij aan dat de Fed geen haast heeft met renteverhogingen. De speech van Powell werd geïnterpreteerd als gematigder dan verwacht, waardoor de dollar daalde en de goudprijs steeg tot voorbij belangrijke technische steunniveaus. Daarmee kwam een eind aan de dollemansrit van augustus.
Helaas hebben enkele passagiers de dollemansrit van augustus niet goed doorstaan, schrijft VanEck: goudaandelen zijn de grote goudprijsdaling van begin augustus niet helemaal te boven gekomen. De goudaandelen, zoals vertegenwoordigd door de NYSE Arca Gold Miners Index en de MVIS Global Junior Gold Miners Index, daalden in augustus met respectievelijk 6,7 en 5,8 procent. De smallcap-goudaandelen deden het gedurende bijna het hele jaar al minder goed dan de goudprijs en in augustus liep deze achterstand aanzienlijk op. Grotere goudmijnbedrijven deden het dit jaar tot augustus nog beter dan goud, maar toen de goudprijs begin augustus kelderde kregen deze aandelen ook een flinke klap.
Over het jaar tot nu toe is de goudprijs 4,5 procent gedaald, terwijl de hierboven genoemde indices respectievelijk 9,2 en 20,2 procent inleverden.
Tijdens de publicatie van hun cijfers over het tweede kwartaal wezen (goud)mijnbouwers erop dat de sector te maken had met inflatiedruk. Net als andere sectoren van de economie had de goudmijnbouw te kampen met verstoringen en krapte in de toeleveringsketen, hogere prijzen voor brandstof, energie en materialen en, in sommige regio's, met hogere loonkosten. Hogere prijzen voor staal (nodig voor bouw, maalmedia en ondergrondse steunconstructies) werden vaak genoemd als een belangrijke oorzaak van de kosteninflatie. Loonkosten vertegenwoordigen gemiddeld zo'n 40 procent van de operationele kosten van de sector, de grootste kostenpost. Sommige mijnbouwers in Australië, Canada en onlangs ook Brazilië, gaven aan dat de loonkosten werden opgedreven door tekorten aan geschoolde arbeiders.
De schattingen van de verwachte kosteninflatie, voor zover die werden verstrekt, verschillen per bedrijf. Een van de grootste mijnbouwers ter wereld schat dat de kosten 3 tot 5 procent kunnen stijgen. Ook wat betreft de kapitaalkosten van projecten is het beeld iets verslechterd, schrijft VanEck. Sommige bedrijven schatten dat zij mogelijk meer dan 10 procent extra kapitaal nodig hebben voor hun groeiprojecten.
Hoewel de sector duidelijk te maken heeft met inflationaire kostendruk, hebben niet alle bedrijven daar last van. Grote bedrijven kunnen bij onderhandelingen met leveranciers en serviceaanbieders vaak profiteren van hun koopkracht. Op deze manier kunnen zij de kostendruk enigszins verlichten, terwijl kleinere producenten deze mogelijkheid niet hebben. Daar komt bij dat grotere bedrijven hun benodigde materialen ruim van te voren bestellen, of zich via brandstofcontracten indekken, om de gevolgen van hogere brandstofprijzen voor hun operationele kosten te reduceren.
De operationele marges van goudbedrijven zijn in de afgelopen jaren aanzienlijk vergroot, laat VanEck ook zien. Niet alleen zijn de goudprijzen naar recordhoogten gestegen, maar bedrijven hebben ook hun kosten gereduceerd en in de hand gehouden. Bij de huidige goudprijzen kunnen goudbedrijven aanzienlijke vrije kasstromen genereren, stelt de bouwer van indexproducten die stelt per saldo optimistisch te zijn over de goudmijnsector.
Het duurt vaak enige tijd voordat goudaandelen de stijging van de goudprijs hebben verdisconteerd. Dat lijkt volgens het Amerikaanse familiebedrijf ook nu weer het geval.
Daarnaast zijn er fundamentele ontwikkelingen gaande die gunstig kunnen zijn voor de relatieve prestatie van de goudprijs op de wat langere termijn: de economische groei loopt gevaar wanneer er een eind komt aan het grootschalige expansieve begrotingsbeleid en de opheffing van de monetaire stimuleringsmaatregelen. Ten slotte kan blijken dat de extreme schuldenniveaus en assetzeepbellen niet duurzaam zijn, waardoor er een risicomijdende omgeving ontstaat die gunstig is voor goud, stelt VanEck.
Lees hier meer over beleggen in goud en andere materialen.